
Diagnose
Lipodystrofie is een groep zeldzame aandoeningen die worden gekenmerkt door de gegeneraliseerde of partiële afwezigheid van vetweefsel. De verschijningsvorm van de ziekte kan sterk variëren, maar gaat vaak gepaard met metabole veranderingen zoals insulineresistentie. Dit vergroot de kans op moeilijk te behandelen diabetes, dyslipidemie en cardiovasculaire complicaties. Vanwege de zeldzaamheid van lipodystrofie kan de diagnose worden gemist, aangezien de meeste artsen niet bekend zijn met de diagnose en de behandeling.
Hoe kan ik lipodystrofie detecteren?
Gegeneraliseerde en partiële lipodystrofie kunnen moeilijk aan te tonen zijn. Als u vermoedt dat uw patiënt lipodystrofie heeft, kan de volgende vragenlijst, gebaseerd op de publicatie van Araujo-Villar D et al.1, helpen om na te gaan of uw patiënt de ziekte heeft.
Is herstel van vetweefsel mogelijk?
Ja
Nee
Uw patiënt heeft geen lipodystrofie
Is sprake van verouderde gelaatstrekken?
Ja
Nee
Uw patiënt heeft mogelijk een progeriasyndroom
Is het vetverlies gegeneraliseerd, partieel of lokaal?
Gegeneraliseerd
Partieel
Lokaal
Uw patiënt heeft mogelijk lokale lipodystrofie als gevolg van:
- lipoatrophia semicircularis
- lipodystrophia centrifugalis
- panniculitis-geassocieerde lipodystrofie
- geneesmiddelinjecties
Is sprake van consanguiniteit of komt de ziekte ook bij andere familieleden voor?
Ja
Nee
Uw patiënt heeft mogelijk congenitale gegeneraliseerde lipodystrofie, wat bekendstaat als het Berardinelli-Seip-syndroom
Traden de symptomen voor het eerst vóór de leeftijd van 1 jaar op?
Ja
Nee
Uw patiënt heeft mogelijk congenitale gegeneraliseerde lipodystrofie, wat bekendstaat als het Berardinelli-Seip-syndroom
Trad het vetverlies voor het eerst op kinderleeftijd op?
Ja
Nee
Zijn er duidelijke ontstekingsverschijnselen?
Ja
Nee
Uw patiënt heeft mogelijk auto-inflammatoire lipodystrofie
Is sprake van vetophoping in het gelaat en de hals of op de heupen en benen?
Gelaat/hals
Heupen/benen
Uw patiënt heeft mogelijk verworven partiële lipodystrofie, wat bekendstaat als het Barraquer-Simons-syndroom
Heeft de patiënt op kinderleeftijd een bottransplantatie ondergaan?
Ja
Nee
Uw patiënt heeft mogelijk een beenmergtransplantatie-geassocieerde lipodystrofie
Uw patiënt heeft mogelijk familiaire partiële lipodystrofie, wat bekendstaat als het Dunnigan- of Köbberling-type
Heeft de patiënt een auto-immuunziekte of panniculitis gehad?
Ja
Nee
Uw patiënt heeft mogelijk verworven gegeneraliseerde lipodystrofie, wat bekendstaat als het Lawrence-syndroom
Uw patiënt heeft mogelijk verworven gegeneraliseerde lipodystrofie, wat bekendstaat als het Lawrence-syndroom
OF
Uw patiënt heeft mogelijk congenitale gegeneraliseerde lipodystrofie, wat bekendstaat als het Berardinelli-Seip-syndroom
Genetische tests
Bij congenitale en familiaire vormen van lipodystrofie kunnen genetische tests zinvol zijn om het type lipodystrofie vast te stellen. Voor sommige erfelijke vormen, zoals FPLD1, zijn echter nog geen genetische defecten opgespoord. Als eenmaal een genetische oorzaak is gevonden, kunnen erfelijkheidsvoorlichting en familiescreening passend zijn.
Welke verschillende vormen van lipodystrofie zijn er?
Lipodystrofieën zijn potentieel levensbedreigende aandoeningen die een heterogene verschijningsvorm hebben, zeer zeldzaam zijn en worden gekenmerkt door een partieel of volledig verlies van subcutaan vetweefsel. Er zijn uitwendige symptomen, maar ook symptomen die alleen door onderzoek aan het licht komen. Symptomen manifesteren zich bij iedere patiënt anders en een patiënt hoeft niet alle symptomen te krijgen. De ziekte wordt in vier hoofdcategorieën ingedeeld: CGL, AGL, FPLD en APL.
Lipodystrofie heeft een heterogene verschijningsvorm maar houdt altijd verband met gebrek aan subcutaan vetweefsel.
Gegeneraliseerde en partiële lipodystrofie kunnen visueel worden gediagnosticeerd. Daarom moet de patiënt ongekleed worden onderzocht. Naast het ongewone uiterlijk van een lipodystrofiepatiënt zijn er echter ook andere opvallende klinische symptomen. Deze zijn in wezen terug te voeren op leptinedeficiëntie en ectopische vetopslag. Leptinedeficiëntie veroorzaakt doorgaans hoge triglycerideconcentraties met risico op pancreatitis en insulineresistentie die tot moeilijk te behandelen diabetes kan leiden. Bij patiënten kan sprake zijn van een verstoring van het hormoonevenwicht, onverzadigbare eetlust en hyperfagie, en leverziekte door vetophoping. Hoewel lipodystrofie niet kan worden genezen, zijn er enkele behandelingen beschikbaar waarmee de metabole complicaties van de ziekte kunnen worden bestreden.
Een overzicht van de klinische kenmerken van de verschillende vormen van lipodystrofie is te vinden in de onderstaande tabel:
Overzicht van klinische bevindingen voor GL en PL1
Congenitale GL |
Verworven GL |
Familiaire PL |
Verworven PL |
|
---|---|---|---|---|
Leeftijd bij manifestatie |
Zuigelingenleeftijd tot vroege kinderleeftijd |
Kinderleeftijd tot volwassen leeftijd |
Kinderleeftijd tot volwassen leeftijd |
Kinderleeftijd tot volwassen leeftijd |
Locaties van vetverlies |
||||
Gelaat en hals |
X | X | X | |
Borstkas/romp |
X | X | O | X |
Bovenste extremiteiten |
X | X | X | X |
Onderste extremiteiten |
X | X | X | |
Intra-abdominaal |
X | O | ||
Vetophoping/vetopslag |
||||
Gelaat en hals |
O | |||
Heupen en billen |
O | |||
Onderste extremiteiten |
O | |||
Intra-abdominaal |
O | O | O | |
Andere symptomen |
||||
Versnelde lengtegroei |
O | |||
Acromegaloïde kenmerken |
O | |||
Uitpuilende navel |
O | |||
Panniculitis |
O | |||
Hepatomegalie |
O | O | O | |
Splenomegalie |
O | O | ||
Acanthosis nigricans |
O | O | O | |
Hirsutisme |
O | O | O | |
Hyperfagie |
O | O | O | |
Hypogonadisme |
O | O | ||
Hyperandrogenisme bij vrouwen |
O | O |
Essentiële bevinding
Ondersteunende bevinding
Referenties:
1 Handelsman Y et al. The Clinical Approach To The Detection Of Lipodystrophy – An AACE Consensus Statement. Endocr Pract, 2013. 19(1): 107-116.
Klinische kenmerken van lipodystrofie
Beide vormen, gegeneraliseerde en partiële lipodystrofie, kunnen familiair of verworven zijn. De prevalentie is minder dan 1 per miljoen (gegeneraliseerde vormen) en minder dan 3 per miljoen (partiële vormen). Er zijn ook nog andere subtypen met gedeeltelijk vastgestelde genetische kenmerken en verschillende manifestaties. De oorzaak van de verworven vormen is nog niet voldoende opgehelderd. Er wordt gedacht aan auto-immuungerelateerde en/of infectieuze oorzaken.
Gegeneraliseerde lipodystrofie
Congenitale gegeneraliseerde lipodystrofie (CGL) wordt beschouwd als een autosomaal recessieve aandoening die al begint bij de geboorte of op zuigelingenleeftijd. De leptinespiegel in serum is bij patiënten met CGL doorgaans zeer laag. De leptinespiegel in serum alleen is echter niet toereikend als parameter voor de diagnose, aangezien deze varieert naargelang van het tijdstip van de dag en afhankelijk is van geslacht, leeftijd, BMI en metabole toestand. Er zijn tot nu toe geen geaccepteerde normale waarden vastgesteld. Het verworven subtype van gegeneraliseerde lipodystrofie (AGL) wordt gekenmerkt door progressief verlies van subcutaan vetweefsel dat het gehele lichaam treft, met inbegrip van de handpalmen en voetzolen. AGL begint doorgaans vóór de adolescentie maar kan op elke leeftijd ontstaan.
Partiële lipodystrofie
Met name bij familiaire partiële lipodystrofie (FPLD) is het verlies van subcutaan vet niet altijd direct duidelijk als de patiënt gekleed wordt onderzocht. Er moet worden gelet op verlies van subcutaan vetweefsel op de armen of benen. Daarentegen kan sprake zijn van vetophoping in het gelaat en de hals (stierennek), in het bijzonder bij vrouwen, wat een Cushing-achtig uiterlijk kan geven. De ectopische intra-abdominale vetafzettingen en corresponderende toename van de buikomvang kunnen tot een obees uiterlijk leiden.
Bij de verworven vorm van partiële lipodystrofie (APL) verloopt het verlies van vetweefsel geleidelijk en breidt dit zich van het hoofd verder omlaag uit naar de bovenbuik. Er kan echter ook vetophoping optreden op de billen, heupen en benen. De typische ‘zadeltassen’ ontstaan.
Subtypen
Klik op de onderstaande afbeeldingen voor gedetailleerde informatie over de verschillende subtypen. Houd er rekening mee dat de afgebeelde patiënten slechts als voorbeeld dienen. Het uiterlijk van patiënten kan hier aanzienlijk van afwijken, afhankelijk van het subtype.
CGL |
AGL |
FPLD |
APL |
|
---|---|---|---|---|
Gemiddelde leeftijd bij aanvang |
0,3 jaar (spreiding 0,0-12,0 jaar) |
5 jaar (spreiding 0,0-15,0 jaar) |
9,9 jaar (spreiding 0,0-16,0 jaar) |
8,2 jaar (spreiding 0,5-16,0 jaar) |
Geslachtsverdeling |
1:1-2 |
1:3 |
1:1-2 |
1:4 |
Kenmerkend uiterlijk |
|
|
|
|
Klachten en symptomen |
|
|
|
|
Voorkomende subtypen |
|
|
|
|
Differentiële diagnose
De weg naar een diagnose kan moeilijk en lang zijn. Afhankelijk van het subtype kunnen de symptomen van lipodystrofie voor het eerst optreden tussen de zuigelingenleeftijd en adolescentie. Gezondheidscomplicaties in verband met de ziekte kunnen sterk variëren. Vooral bij patiënten met partiële lipodystrofie kan het voorkomen dat ze vóór de puberteit nog helemaal geen symptomen vertonen. Extra aandacht moet worden besteed aan FPLD, aangezien deze vorm kan worden verward met obesitas van de romp, Cushing-syndroom en multipele symmetrische lipomatose. Lipodystrofie kan dus vaak verkeerd worden gediagnosticeerd en in de differentiële diagnose moeten aandoeningen worden betrokken die gepaard gaan met ernstig gewichtsverlies, zoals:
- anorexia nervosa
- niet-gereguleerde diabetes mellitus
- thyrotoxicose
- bijnierschorsinsufficiëntie
- cachexie door kanker
- chronische infecties
Zowel bij ernstig metabool syndroom als bij lipodystrofie is sprake van extreme hypertriglyceridemie. Dit bemoeilijkt de differentiële diagnose.
Referenties:
1 Araujo-Villar D et al.(2019): Diagnosis and treatment of lipodystrophy: a step‑by‑step approach. J Clin Invest 42:61–73