Wat is lipodystrofie?

Lipodystrofiesyndromen zijn uiterst zeldzame aandoeningen. Het belangrijkste kenmerk is echter volledige (gegeneraliseerde) of partiële afwezigheid van subcutaan vetweefsel of een abnormale vetverdeling. Het verlies van vetweefsel gaat vaak gepaard met ernstige metabole complicaties en leptinedeficiëntie. Elke vorm van lipodystrofie kan samengaan met insulineresistentie, een veranderde glucosetolerantie of diabetes, en hypertriglyceridemie met risico op acute pancreatitis en orgaanschade.

De pathofysiologie van lipodystrofie

Lipodystrofieën kunnen worden gekarakteriseerd door de mate van vetweefselverlies: gegeneraliseerd verlies over het gehele lichaam of partieel verlies. Ze worden ook ingedeeld in erfelijke (congenitale of familiaire) en verworven vormen. Dit leidt tot vier hoofdtypen: congenitale en verworven gegeneraliseerde lipodystrofie (CGL, AGL) en familiaire en verworven partiële lipodystrofie (FPLD, APL). Bij alle typen is het vetweefsel dramatisch verminderd, wat leidt tot talloze metabole complicaties. Vetweefsel is belangrijk als opslagplaats voor energie, voor het in stand houden van de energiehomeostase en voor het afscheiden van hormonen als leptine. Een aanzienlijk verlies van vetweefsel kan leiden tot een ernstige verstoring van de stofwisseling en tot leptinedeficiëntie.

Gegeneraliseerde en partiële lipodystrofie houden altijd verband met een gebrek aan subcutaan vetweefsel. In welke mate en waar het vetweefselverlies optreedt, hangt af van het type lipodystrofie.

Wat is het verband tussen leptine en lipodystrofie?

Adipocyten hebben een endocriene functie en scheiden hormonen (adipokinen) af, waaronder leptine. Leptine is een door adipocyten afgescheiden hormoon dat naast de energiehomeostase ook metabole, reproductieve, neuro-endocriene en immuunfuncties reguleert. Normaal worden overtollige energie en overtollig vet opgeslagen in vetweefsel. Bij lipodystrofie is veel minder vetweefsel aanwezig. Dit leidt tot leptinedeficiëntie en overschrijding van de vetopslagcapaciteit. Deze twee factoren samen kunnen ectopische vetafzetting en metabole complicaties veroorzaken.

Als de vetopslagcapaciteit wordt overschreden, wordt overtollige energie ectopisch opgeslagen.

Omdat bij PL en GL weinig tot geen subcutaan vetweefsel aanwezig is, vindt opslag in toenemende mate plaats in ander vetweefsel in het lichaam of ectopisch in lever, hart, nieren, pancreas en spieren. Leptinedeficiëntie als gevolg van verlies van vetweefsel draagt in hoge mate bij aan de metabole complicaties die bij lipodystrofiepatiënten worden gezien en leidt vooral ook tot een onverzadigbare eetlust en overmatige voedselinname, wat de metabole comorbiditeit nog verder verergert.

Klinische consequenties van leptinedeficiëntie

Vetweefselverlies en de daarmee gepaard gaande leptinedeficiëntie kunnen complexe klinische consequenties hebben, zoals insulineresistentie met moeilijk te behandelen diabetes mellitus (mogelijk met acanthosis nigricans), polycysteusovariumsyndroom (PCOS), hypertriglyceridemie, vermoeidheid, spierpijn en onverzadigbare eetlust (hyperfagie).

Leptinedeficiëntie – gebrek aan subcutaan vetweefsel

Insuline­resistentie

Patiënt met gegeneraliseerde of partiële lipodystrofie heeft diabetes waarvoor een hoge insulinedosering nodig is.

  • ≥ 200 U/dag, ≥ 2 U/kg/dag
  • Gebruik van U-500-insuline

Hyperfagie

Onverzadigbare eetlust en hyperfagie door leptinedeficiëntie kunnen leiden tot een hogere inname van calorieën, wat vervolgens kan resulteren in verslechtering van de metabole toestand en toename van de ectopische vetopslag.

Ectopische vetafzetting

Lipodystrofiepatiënten zijn heterogeen in hun uiterlijke kenmerken. Er kan sprake zijn van vetophoping op plaatsen waar nog vetweefsel aanwezig is, en van ectopische vetafzetting in spieren en inwendige organen als de lever, de nieren en het hart.

Hypertri­glyceridemie

Ernstige hypertriglyceridemie:

  • ≥ 5,65 mmol/l (≥ 500 mg/dl)
  • ≥ 2,83 mmol/l (≥ 250 mg/dl) ondanks behandeling en dieet
  • Voorgeschiedenis van pancreatitis in samenhang met hypertriglyceridemie

 

Leptinedeficiëntie kan leiden tot een complexe pathologie en ernstige klinische consequenties.